PLUIMVEELOKET

 

logo over het projectOnderzoek

                        voeding 
                        opfok  
                        Huisvesting

MonitoringRekentoolcommunicatieagenda

 

 

 

Over het project

 

Officiële titel

Naar een hoger rendement door het verantwoord verlengen van de legperiode 

 

Waarom dit project?

Het project LEGLANGER streeft naar het verantwoord verlengen van de legcyclus op Vlaamse pluimveebedrijven. Uit een veldstudie, die in 2015 door Molnar et al. werd uitgevoerd, bleek dat leghennen in Vlaanderen gemiddeld maar tot 75 à 80 weken leeftijd worden aangehouden. Het genetisch potentieel om leghennen tot 100 weken aan te houden wordt dus duidelijk nog niet optimaal benut.

Verlengde cyclus

LEGLANGER wil op een verantwoorde manier en zonder rui de legcyclus van leghennen met 20 weken verlengen. Leghennen kunnen dan tot een leeftijd van 100 weken gehouden worden, daar waar ze nu vaak op 80 weken worden vervangen. Een langere legcyclus brengt een stijging van het aantal eieren/opgehokte hen met zich mee (tot een totaal van 500 eieren/opgehokte hen)


Het verlengen van de productieronde is echter een belangrijke strategie, zowel uit duurzaamheidsoverwegingen als om de rendabiliteit van het bedrijf te verhogen. Op korte termijn stijgt immers het aantal eieren per opgehokte hen en daalt de frequentie van vervanging van de toom. Op lange termijn kunnen hogere productiecijfers gehaald worden met een beperkter aantal dieren. Dit impliceert een verlaagde nutriëntkost (hoofdzakelijk gelinkt aan opfok). Daarnaast wordt er ook een spill-over effect verwacht met een vermindering van de moederdierpopulatie tot gevolg.

Hoewel de intentie tot langer aanhouden er is, ontbreekt vandaag de kennis om knelpunten zoals gereduceerde ei- en botkwaliteit, gezondheid en welzijn op te vangen tijdens een langere cyclus.

knelpunten legcyclus

Om een legronde op een succesvolle manier te verlengen, moeten nog een aantal obstakels overwonnen worden

Eischaalkwaliteit wordt vaak aangehaald als limiterende factor. Maar eiproductie is het resultaat van de samenwerking tussen verschillende biologische systemen en metabole processen. Via de mobilisatie van calcium uit het medullair bot is eischaalkwaliteit sterk gelinkt aan botgezondheid. De synthese van dooiervetten vereist dan weer een goede levergezondheid. Via voeding kan men de hoogproductieve leghen maximaal ondersteunen. Daarom is ook darmgezondheid essentieel in het verhaal van langer aanhouden. Eiproductie is slechts zo sterk als haar zwakste schakel. De evolutie richting onbehandelde snavels leidt ertoe dat ook het welzijnsaspect, gelinkt aan agressief verenpikken en kannibalisme, meer aandacht krijgt. Dit onderzoek vereist dan ook een multifactoriële aanpak met oog voor alle facetten.

 

Samengevat

Centrale onderzoeksvraag/doel

Het project Leglanger bouwt voort op het eerdere ‘Leglang’. Het doel blijft om leghennen op een verantwoorde manier en zonder rui naar een legcyclus van 100 weken te krijgen, terwijl die nu stopt op 75 à 80 weken. Het genetisch potentieel van de legkippen is aanwezig, dat is bekend uit eerder onderzoek. Als we de verlenging in de praktijk kunnen realiseren dan zou de duurzaamheid zowel als de rendabiliteit van de sector verbeteren. In de eerste plaats is eischaalkwaliteit een grote limiterende factor, maar we willen met dit project te weten komen in welke mate ook gezondheid (FLHS, osteoporose), welzijn (vederpikken), management en nutritionele factoren (Ca- metabolisme) kunnen bijdragen tot het doel.

Onderzoeksaanpak

We brengen eerst alle risicofactoren in beeld, die bijdragen tot het vroegtijdig beëindigen van een legronde. Telkens ontwikkelen en testen we hulpmiddelen voor verbetering. In een tweede fase onderzoeken we het nutriëntenmetabolisme en de nutriëntenbehoeften bij oudere leghennen. Die kennis bestaat nauwelijks of niet, terwijl het voor het Leglanger-doel cruciaal is om de leghennen optimaal vanaf dag nul te ondersteunen in hun verlengde legcyclus. We maken een rekentool die de optimale productieve leeftijd van leghennen op een bedrijf kan bepalen. We plannen de nodige tijd om alle kennis samen voor de betrokkenen in de sector online aan te bieden.

Relevantie/Valorisatie

Een langere legcyclus resulteert in een lagere milieu-impact: je bekomt een efficiëntere benutting van voeder en water, een reductie van afvalmateriaal, een lagere stikstof-emissie en finaal een hogere duurzaamheid en hogere rendabiliteit van Vlaamse leghenbedrijven. Het Leglanger-project heeft de ambitie om de nieuw verworven inzichten (in hoe de legperiode verantwoord verlengbaar is) meteen om te zetten in praktische handvaten voor de veehouders. Via het individueel begeleiden van 5 leghennenhouders en het aanbieden van een online-platform en rekentool verwachten we de leghennenhouders te kunnen aanzetten deze innovaties te implementeren.

 

Looptijd

december 2018 - december 2022

 

Financiering 

vlaio logo
 

Partners

logo ILVO logo proefbedrijf pluimveehouderij pehestat 
 

Contact

Annatachja De Grande (post doc), Yara Degrave (technieker), Evelyne Delezie (promotor), Nadia Everaert (promotor)

 


Rekentool

Binnen het project LEGLANGER werd een gebruiksvriendelijke online rekentool ontwikkeld die toelaat de optimale productieve leeftijd van leghennen te berekenen. De nood aan een dergelijke tool werd bevestigd in de enquêtes afgenomen op de deelnemende praktijkbedrijven. Daaruit blijkt immers dat bij een opmerkelijk deel van de pluimveehouders (cfr. 12 van 44) nog goed producerende hennen worden geruimd omdat de opfok reeds klaar zit. De complexiteit is te wijten aan het feit dat nieuwe poeljen reeds 5 maand op voorhand besteld dienen te worden. Vijf maanden op voorhand dient er dus een inschatting gemaakt te worden van de productiviteit van de toom en marksituatie vijf maand later. De online rekentool biedt de leghennenhouder hierrond een leidraad .

In de tool wordt rekening gehouden met een aantal productieparameters (zoals o.a. legpercentage) evenals met een aantal economische parameters (zoals o.a. eierpijs). Zo kan de leghennenhouder op een wetenschappelijk en economisch onderbouwde manier beslissen wanneer de toom best vervangen wordt.

Bekijk de online rekentool.


Monitoring

Binnen LEGLANGER werden 60 praktijkbedrijven gedurende één volledige productieronde actief opgevolgd met als doel een risicofactoranalyse op te stellen in functie van het langer aanhouden van leghennen. Drie huisvestingssystemen (verrijkte kooi, scharrel, vrije uitloop) werden van naderbij opgevolgd worden en getracht werd om een gelijke verdeling te bekomen van deze 3 systemen in de proef. 

Naast een analyse van de productieresultaten werden al deze bedrijven op 6 vastgelegde meetmomenten (25, 30, 45, 60, 75 weken en pre-slacht) bezocht. Bij de start van de productieronde werd een enquête afgenomen om inzicht te krijgen in toomspecifieke en managementspecifieke data. Verder werd op elk meetmoment volgende parameters onderzocht: interne en externe eikwaliteit; diergebonden parameters zoals bloedparameters, vederkleedscores en borstbeendeformaties en tot slot werd ook gezocht naar rode vogelmijten.

veren

Overzicht van de vederkleedscores: een perfect intact vederkleed krijgt score 4; hoe ernstiger de schade, hoe lager de vederkleedscore

21 van de 60 bedrijven werden geselecteerd voor een intensiever opvolgingstraject. Bij deze bedrijven werd vanaf 60 weken henleeftijd bijkomend ook de botgezondheid onderzocht.

STATUS

  • De beschrijvende statistiek geeft een indicatie van ras-effecten op meerdere onderzochte parameters
  • Statistische analyse en bepaling van risicofactoren wordt momenteel uitgevoerd
  • Meer informatie op de uitgebreide resultatenpagina 

 

Onderzoek

Voeding

Rond de nutriëntenbehoeftes van leghennen ouder dan 70 weken is weinig informatie beschikbaar. Met het oog op het succesvol verlengen van de legronde is het echter cruciaal hier bijkomend inzicht in te verwerven. Via de correcte nutritionele ondersteuning van de senior leghen, kunnen we hopelijk een aantal pijnpunten zoals leververvetting en osteoporose overwinnen.

 

1. Reductie energie- en eiwitgehalte in het voeder

Bij senior leghennen (>70 weken) wordt er op basis van de dalende productie aangenomen dat zowel het energie- als eiwitgehalte in het voeder waarschijnlijk gereduceerd zouden kunnen worden. Specifieke richtlijnen of een wetenschappelijk onderlegde basis ontbreken echter. Het streven naar precisievoeding (voederen naar behoefte) is nochtans belangrijk voor het waarborgen van de productie en het vermijden van leververvetting of te hoog oplopende eigewichten.

leververvetting

Leververvetting met typische geelverkleuring en broos aspect

Het is al langer geweten dat leghennen hun dagelijkse voederopname (partieel) reguleren in functie van het energiegehalte in het voeder. Zo kan, binnen de fysieke limieten, een te laag energiegehalte in het voeder gecompenseerd worden door een hogere voederopname. Via dit compensatiemechanisme en zijn effect op zoötechnische prestaties en eikwaliteit, is het mogelijk om na te gaan of het energie- en eiwitgehalte daadwerkelijk gereduceerd kunnen worden in voeders van senior leghennen.

STATUS:

  • Afgelopen
  • Er werden tijdens het Leglanger-project twee proeven in dit kader uitgevoerd
  • Meer informatie is terug te vinden op de uitgebreide resultatenpagina

 

 

2. Calcium- en fosforgehalte in het voeder

Calcium en fosfor zijn de twee belangrijkste macromineralen bij hoogproductieve leghennen. Ze zijn actief in een veelvoud van metabole processen maar spelen een cruciale rol in de vorming van de eischaal en het botmetabolisme. Omdat beide mineralen zowel tijdens absorptie, metabolisatie en excretie sterk met elkaar interageren kunnen ze niet los van elkaar beschouwd worden.
Er werd reeds veel onderzoek verricht naar de calciumbehoefte van senior leghennen. Veel veehouders supplementeren dan ook extra kalk vanaf 60 weken leeftijd. Over de opneembaar fosforbehoefte of het effect van de calcium- fosforratio bij leghennen is er echter weinig kennis. Nochtans zou de mogelijkheid tot fosforreductie zeer interessant zijn in het kader van het verhogen van de duurzaamheid en de rendabiliteit van pluimveebedrijven.

voeder

Over de voederbehoeftes van senior leghennen is lang nog niet alles geweten

De opzet van deze pilootproef is nagaan of het opneembaar fosforgehalte gereduceerd kan worden en wat het effect is van een veranderde calcium/fosfor-ratio.

STATUS:

  • Afgelopen
  • Er werden tijdens het Leglanger-project 2 proeven in dit kader uitgevoerd
  • De resultaten zijn terug te vinden op de uitgebreide resultatenpagina

 

Opfok

Doorgaans worden poeljen op het legbedrijf opgezet rond de leeftijd van 16-17 weken. De eerste 16-17 levensweken, de opfok, kunnen echter zeer bepalend zijn voor het verdere verloop van de productie. De laatste jaren wordt dan ook steeds meer aandacht geschonken aan het belang van de opfok.

 

3. Optimalisatie overgang opfok naar pre-piekperiode

De overgang opfok naar pre-piek (17- 25 weken) is een cruciale periode. Het lichaam van de hen ondergaat gedurende deze periode belangrijke veranderingen onder invloed van de geslachtshormonen: de ontwikkeling van de geslachtsorganen, de ontwikkeling van de secundaire geslachtskenmerken zoals de kam en de lellen, de aanleg van medullair bot, … Daarnaast blijft de hen verder groeien en met oog op productie dient ze voorbereid te worden op een hogere voederopname en een voldoende aanleg van vetreserve. Binnen een tijdspanne van 8 weken evolueert het dier zich van een ontwikkelende poeljen tot een hoogproductieve leghen. Op nutritioneel vlak zijn de eisen dan ook hoog.

Een suboptimale overgang leidt niet per se tot lagere piekproducties maar heeft belangrijke nadelige effecten op legpersistentie. In het kader van het verantwoord verlengen van legcycli is legpersistentie echter cruciaal. De nood aan een zo soepel mogelijke overgang biedt zich dan ook aan. Hoewel vele bedrijven reeds een pre-legdieet implementeren om de overgang te versoepelen, zijn er nog steeds een aantal pijnpunten zoals de te beperkte voederopname en het daaraan gekoppelde optreden van een negatieve energie- en/ of calciumbalans. Deze zijn gelinkt aan respectievelijk het fatty liver haemorrhagic syndrome (leververvetting) en laying hen fatigue (batterijmoeheid).

voedingsonderzoek

Voedingsonderzoek bij leghennen aan het ILVO

In deze proef werd onderzocht hoe het optreden van een negatieve energie- en/of calciumbalans in de vroege leg vermeden kan worden om zo een optimale productiestart te garanderen. Er werd uitgegaan van twee mogelijke benaderingen om een optimale start van de legcyclus te bekomen, nl. 

  • Voldoende calciumreserve opbouwen door supplementatie van hydroxy-vitamine D3 tijdens de volledige productieperiode
  • Voldoende nutriëntenopname garanderen door het verstrekken van een: 
    • Energiedens voeder om een negatieve energiebalans te vermijden tijdens de piekperiode
    • Structuurrijk voeder voor een betere ontwikkeling van het maagdarmstelsel in de pre-piekperiode

STATUS:

  • Afgelopen
  • Er werd een proef rond supplementatie met hydroxy-vitamine D3 uitgevoerd en een proef met een energiedens en structuurrijk voeder t.o.v. een controlevoeder
  • De resultaten zijn terug te vinden op de uitgebreide resultatenpagina 

 

 

Huisvesting

Leghennen kunnen in 4 verschillende houderijsystemen gehouden worden in België:

  • Verrijkte kooi
  • Scharrelsysteem (zonder vrije uitloop)
  • Vrije uitloop
  • Biologisch

Het houderijsysteem wordt voor de consumenten ook duidelijk gemaakt aan de hand van de eiercode: 0=bio, 1=vrije uitloop, 2=scharrel, 3=verrijkte kooi.  

eiercode

De eiercode bestaat uit een cijfer van 0 tot 3 wat staat voor het houderijsysteem (0=bio, 1=vrije uitloop, 2=scharrel, 3=verrijkte kooi), dan het land van herkomst (BE=België), het registratienummer van het leghennenbedrijf met soms een extra stalnummer

Vaak is de huisvesting gelinkt aan het productiedoeleinde. Zo worden bruine leghennen met het oog op de productie van tafeleieren overwegend gehuisvest in scharrelsystemen terwijl witte leghennen, waarvan de eieren doorgaans voor verwerkingsindustrie bestemd zijn, hoofdzakelijk in verrijkte kooien terug te vinden zijn. De productie van witte eieren is duurzamer dan die van bruine eieren. De witte hennen eten minder dan de bruine hennen en kunnen ook makkelijker langer aangehouden worden. 

Elk type huisvesting heeft zijn eigen voor- en nadelen. In scharrelsystemen kunnen leghennen hun ethiologische foerageergedrag makkelijker uitoefenen maar de infectiedruk is hoger. Wormproblematiek wordt vaak gelinkt aan houderijsystemen met een vrije uitloop. In verrijkte kooien worden dan weer meer voetzoollaesies opgemerkt, maar zijn de eieren vanuit sanitair oogpunt het veiligst.

Het huisvestingssysteem zou ook een effect kunnen hebben op productie. Dit zal mede in kaart gebracht worden bij de monitoring van de praktijkbedrijven.

 

communicatie

 

agenda

  • 9 november 2022: Afsluitende gebruikersgroep Leglanger

* Een gebruikersgroep is het samenkomen van alle sponsoren van het project. Op een dergelijk overleg worden zowel hypotheses, methodieken als eerste resultaten besproken. Doel van deze samenkomsten is het brainstormen over strategieën en het bediscussiëren van proefopzetten en resultaten