PLUIMVEELOKET

WELKE DIEREN ZIJN NIET GESCHIKT OM GELADEN TE WORDEN?

Duidelijke infofiches rond correct uitselecteren opgesteld in KIPVANG-project

 

In het onlangs afgelopen KIPVANG-project werd het vang- en laadproces bij zowel vleeskippen als (reforme) leghennen onder de loep genomen. Wat zeker ook de nodige aandacht vereist, is het goed uitselecteren van dieren die niet geschikt zijn voor transport. Zo kan heel wat pijn en leed bespaard worden voor zieke, zwakke of gewonde dieren en kan het mogelijk ook de DOA’s (dead on arrival) in het slachthuis reduceren. Daarom werden tijdens het project een aantal praktische richtlijnen en infofiches voor pluimveehouders en vangploegen uitgewerkt rond het uitselecteren van kippen die niet geschikt zijn voor transport. Deze werden van duidelijk beeldmateriaal voorzien en er werd ook een instructiefilmpje gemaakt.

Niet beperkt tot vangproces

Het uitselecteren van dieren die niet geschikt zijn voor transport beperkt zich niet tot enkel op het moment van vangen. Het is dan immers vrij donker in de stal en daardoor is het voor de vangploeg ook niet altijd even duidelijk in welke toestand bepaalde dieren zich bevinden. De pluimveehouder doet daarom best ook zelf nog eens een inspectieronde net voor de vangploeg komt. Dieren die niet geladen mogen worden, moeten dan verwijderd en op humane wijze geëuthanaseerd worden.

Inspectieronde in de stal

Sowieso moet de pluimveehouder volgens het Koninklijk Besluit van 13 juni 2010 tijdens de ronde minstens tweemaal per dag de dieren in zijn stal inspecteren. Doel is om op het einde een zo uniform mogelijke en gezonde toom naar het slachthuis te kunnen sturen. Tijdens die inspectierondes dient de pluimveehouder de gezondheidstoestand van de dieren te checken alsook de stalomgeving. In de eerste week worden niet leefbare kuikens, of kuikens met een aangeboren afwijking verwijderd uit de toom. Tijdens de ronde zullen normale, gezonde dieren bewegen wanneer men door de stal loopt. Dieren die niet bewegen, zwak, ziek of gewond zijn dienen uit de stal te worden verwijderd en op humane wijze geëuthanaseerd te worden om verder dierenleed te besparen.

Inspectieronde

Figuur 1: Tijdens de ronde moet de pluimveehouder minstens tweemaal per dag de dieren in de stal inspecteren

Belangrijkste redenen tot uitselecteren

Maar wanneer zijn kippen niet geschikt voor transport? Wat zijn de belangrijkste redenen tot uitselecteren?

1. Duidelijke ziektetekenen

Zieke dieren hebben meer kans om te lijden tijdens het transport en het slachthuis niet levend te bereiken. Er wordt hierbij gedacht aan ademhalingsproblemen (naar lucht snakken, duidelijk zichtbare adembewegingen (niet te verwarren met hijgen bij hitte), waterige of etterige oog- en neusvloei, dikke koppen en ascites); diarree (besmeurde veren onder de staart), zenuwsymptomen (draainekken, verlammingen), niet meer kunnen bewegen (ook niet als ze benaderd worden) en het vertonen van een donkerrode tot paarse kam of lellen.

2. Te klein, te mager

Te kleine of te magere (afwijkend t.o.v. het gemiddelde toomgewicht) tot extreem magere dieren kunnen mogelijk onvoldoende drinken omdat het drinkwatersysteem te hoog staat voor hen. De dieren kunnen verder uitdrogen tijdens het transport en hebben ook kans om afgekeurd te worden of te sterven tijdens het transport. Daarom is het beter om deze dieren niet te laden.

3. Niet kunnen opstaan of maar enkele stappen kunnen zetten (kreupelheid)

Een dier dat niet meer kan staan of maar een paar stappen kan zetten, mag niet geladen worden. Ook dieren die nog kunnen lopen maar moeilijk, traag, enkel als ze gedreven worden of die zich snel terug neer gaan zetten, niet op beide poten kunnen staan of moeten steunen op hun vleugels tijdens het lopen, moeten tijdens de ronde uitgeselecteerd worden.

4. Open wonden en prolaps

Dieren met open (diepe) wonden in de huid en onderliggende weefsels die niet genezen zijn, geïnfecteerd of ontstoken zijn (abcessen) mogen niet geladen worden. Dieren met kleine schaafwonden, krassen of genezen wonden, zijn wel geschikt voor transport. Een prolaps (verzakking van de cloaca) is ook een reden om een dier ongeschikt te verklaren voor transport.

wonde

Figuur 2: Dieren met open (diepe) wonden in de huid en onderliggende weefsels die niet genezen zijn, geïnfecteerd of ontstoken zijn (abcessen) mogen niet geladen worden

5. Ontwrichte of gebroken botten

Dieren met een ontwrichte heup of vleugel of met gebroken botten, zullen pijn lijden en zeker als de dieren gemanipuleerd worden of (moeten) bewegen. Deze dieren moeten dan ook uit de toom verwijderd worden en zijn niet geschikt om mee te nemen naar het slachthuis.

6. Slechte bevedering bij lage buitentemperatuur (leghen)

Leghennen met een slechte bevedering (en zeker deze met bijkomend een laag lichaamsgewicht) lopen een hoger risico op koudestress tijdens het laden en transport omdat ze onvoldoende geïsoleerd zijn. Er moet dan ook tijdens het laden rekening gehouden worden met de weersomstandigheden, zeker bij een combinatie van een koude temperatuur (<10°C) en wind. Wanneer de dieren tijdens laden en transport nat kunnen worden, wordt het risico op koudestress bijkomend verhoogd.

Koudestress is te herkennen aan beven, tegen mekaar kruipen en koud aanvoelen van de dieren. Dieren met koudestress kunnen enkel meegenomen worden naar het slachthuis wanneer er preventieve maatregelen tijdens laden en transport genomen worden zoals: een aangepaste ventilatie tijdens het transport, gebruik van dekzeilen, aanpassing van de ladingsdensiteit, vermijden dat de dieren nat worden, goede planning en timing van laden, transport en slachten.

7. Natte veren bij koude buitentemperatuur

Dieren die nat zijn voor het laden en transport bij lage buitentemperaturen mogen niet geladen worden gezien het verhoogd risico op koudestress (geldt niet voor eenden en ganzen gezien hun verenkleed aangepast is om nat te worden). Bijkomende preventieve maatregelen dienen dan genomen te worden (zie hierboven).

Goede communicatie

Naast een goede selectie van de dieren geschikt voor transport, werd in het KIPVANG-project ook duidelijk dat een goede communicatie tussen pluimveehouder en slachthuis/transport de nodige voordelen biedt. Het is zeer belangrijk dat de containers/kratten die gebruikt worden tijdens het vangproces van onberispelijke kwaliteit zijn en geschikt zijn voor het soort en het aantal pluimvee dat geladen moet worden.

Optimalisatie containers

In een zijtraject van het KIPVANG-project werd bestudeerd hoe men de containers van leghennen kan optimaliseren om ook hier het dierenwelzijn te maximaliseren. Het gebruik van lades zorgt soms voor beklemmingen van lichaamsdelen (kop, poten en vleugels). Er werden twee prototypes ontwikkeld die verder uitgetest moeten worden in de praktijk. Deze prototypes worden op een lade geplaatst en schuiven mee naarmate de lade verder wordt gesloten. Ze bevatten een soort flappen die het de leghennen moeilijker maakt om te ontsnappen (en om op die manier geklemd te raken).

Infofiches

De praktische richtlijnen rond het uitselecteren zijn terug te vinden via www.pluimveeloket.be/kipvang. Zeer handig zijn ook de infofiches die met duidelijk beeldmateriaal zijn geïllustreerd. Vaak zeggen beelden meer dan woorden. Daarom werd ook een instructiefilmpje opgenomen.

 

Tekst: Hilde Van Meirhaeghe (Vetworks) - Femke Delanglez, Anneleen Watteyn & Frank Tuyttens (ILVO) - Ine Kempen & Nathalie Sleeckx (Proefbedrijf Pluimveehouderij) - Gunther Antonissen & An Garmyn (UGent) - Karolien Langendries (Pluimveeloket)
Publicatiedatum: januari 2024

 

logo