PLUIMVEELOKET

Vraag

Is het duurzamer om witte leghennen te houden i.p.v. bruine leghennen? Klopt het dat witte hennen minder eten dan bruine hennen en makkelijker langer kunnen worden aangehouden? Leggen ze meer eieren per jaar dan bruine hennen? 

Antwoord

Praktijksituatie

Tijdens het doctoraatsonderzoek van Anikó Molnár (2017 – KULeuven, ILVO, Proefbedrijf Pluimveehouderij) werd een veldstudie uitgevoerd om een beter zicht te krijgen op de gangbare praktijk in de Vlaamse leghennensector. Tien leghennenbedrijven met een toomgrootte van 20.000 tot meer dan 100.000 leghennen werden betrokken in de veldstudie (tabel 1). 4 van de 10 leghennenbedrijven hadden verrijkte kooien als huisvestingssysteem; de andere 6 hadden volièresystemen, waarbij 2 ook toegang hadden tot een vrije uitloop (tabel 1).

Deelnemende bedrijven veldstudie

Tabel 1: Deelnemende bedrijven veldstudie doctoraatsonderzoek Molnár (2017) (DW=Dekalb White; HLB= Hy-Line Brown; LBC=Lohmann Brown Classic; IsB=Isa Brown; LBL=Lohmann Brown Lite)

 

Deze veldstudie is vergelijkbaar met de huidige huisvesting van de leghennen in België (tabel 2). Uit cijfers van de Europese Commissie werden de leghennen in 2018 in België als volgt gehuisvest: 39,5% in verrijkte kooien; 42,2% in scharrelsysteem; 13,1% met vrije uitloop en 5,2% biologisch.

 

Huisvesting leghennen 2018

Tabel 2: Huisvesting Belgische leghennen 2018 (Bron: Europese Commissie)

 

Uit de veldstudie van Molnár (2017) blijkt er toch een grote range te zitten op het tijdstip waarop de leghennen van het bedrijf verwijderd werden, nl. tussen 74 en 92 weken leeftijd met een gemiddelde leeftijd van ongeveer 80 weken. Het zijn de witte leghennen die het langst werden gehouden (tot een leeftijd van 84 en 92 weken in de veldstudie).

De bedoeling is om leghennen te houden die tot 500 eieren kunnen leggen en die tot 100 weken leeftijd aangehouden kunnen worden. Op die manier wordt een meer duurzame leghennenhouderij bekomen. Door de verlenging van de productiecyclus kunnen de investeringen (o.a. aankoop poeljen) verdeeld worden over een langere productieve periode. Het koppel moet ook minder frequent vervangen worden waardoor er ook minder snel geladen of gereinigd moet worden. Maar een grote uitdaging daarbij is dat de kwaliteit van de eieren nog steeds moet voldoen aan alle vereisten zodat de pluimveehouder ze nog steeds op de markt kan brengen!

 

Verschil bruine en witte leghennen?

Doctoraat Anikó Molnár (2017)

Molnár voerde tijdens haar doctoraatsonderzoek een studie uit waarbij de productie, eikwaliteit en beendersterkte wordt vergeleken bij zowel bruine (Isa Brown) als witte (Dekalb White) leghennen in verrijkte kooien. De studie startte op een leeftijd van 34 weken (kippen leggen op dat moment reeds een 14-tal weken eieren) en duurde tot 85 weken leeftijd voor de bruine hennen en tot 90 weken leeftijd voor de witte hennen. De leghennen werden in verschillende fasen gevoederd om op die manier steeds aan hun veranderende behoeftes te voldoen (bvb. hoger % kalksteen inmengen). De dieren werden onderworpen aan verschillende voederbehandelingen.

Er waren enkele significante verschillen terug te vinden (onafhankelijk van voederbehandelingen):

  • Voederopname was hoger bij bruine leghennen gedurende de hele proef (P≤0.001)
  • Eigewicht van bruine leghennen was hoger gedurende de hele proef (P≤0.001)
  • Het legpercentage was dan weer hoger bij de witte hennen (P=0.045); dit leidde tot een hogere eimassa (= product van eigewicht x legpercentage) (P≤0.001) en een lagere voederconversie (P≤ 0.05) (dit wil zeggen dat de witte hennen minder voeder nodig hebben om tot eenzelfde eimassa te komen).

Hieronder wordt meer in detail ingegaan op deze resultaten van Molnár (2017):

 

A. Voederopname

In alle fases namen de witte hennen significant minder voeder op dan de bruine hennen (fig. 1 + tabel 3). In de proef  van Molnár (2017) werden verschillende voeders getest (vandaar verschillende punten per tijdstip in fig.1), maar het is duidelijk te zien de dagelijkse voederopname van de bruine hennen steeds hoger lag dan deze van de witte leghennen.

voederopname

Fig. 1: Voederopname bij witte en bruine leghennen in verrijkte kooien (Molnár, 2017)

 

In cijfers uitgedrukt geeft dit het volgende voor het standaardvoeder:

 

Voeropname cijfers

Tabel 3: Voederopname (g/d) bij witte en bruine leghennen in verrijkte kooien (Molnár, 2017)

Naarmate de dieren ouder worden, wordt ook het verschil in dagelijkse voederopname nog groter tussen de witte en de bruine leghennen. Witte hennen nemen dus duidelijk minder voeder op dan bruine leghennen.

 

B. Legpercentage / eigewicht / eimassa

Zoals te zien is in figuur 2a, neemt het legpercentage zowel bij witte als bij bruine hennen af naarmate de leeftijd vordert. Tussen 34 en 46 weken bereiken de leghennen hun piekperiode. Naarmate de proef vorderde hadden verschillende voederbehandelingen bij bruine leghennen een significant lager legpercentage tot gevolg. Vanaf 66 weken vertoonden alle bruine leghennen (voor alle voederbehandelingen) een significant lager legpercentage dan de witte leghennen. Witte leghennen leggen dus net iets makkelijker eieren dan bruine leghennen.

 

Legpercentage

Fig.2: Legpercentage, eigewicht en eimassa bij bruine en witte leghennen in verrijkte kooien (Molnár, 2017)

 

Het eigewicht (fig. 2b) is in alle bestudeerde periodes significant hoger bij bruine leghennen dan bij witte leghennen. Bruine hennen leggen dus zwaardere eieren dan de witte hennen.

De eimassa wordt bekomen door het legpercentage te vermenigvuldigen met het eigewicht. In figuur 2c is te zien dat de eimassa van witte leghennen groter is dan deze van bruine leghennen. De totale eimassa (van 34 tot 85 weken) van bruine leghennen (18,3 ± 0,1 kg) is significant lager dan deze van witte leghennen (19,6 ± 0,1 kg).

Je kan dus besluiten uit deze figuren dat bruine hennen zwaardere eieren leggen, maar dat de witte hennen meer eieren leggen. De totale eimassa die de witte hennen produceren is op die manier hoger dan deze van bruine leghennen (in deze veldstudie).

 

C. Voederconversie

De voederconversie staat voor de verhouding van de voederopname tot de eimassa. Hoe lager de voederconversie is, hoe minder voer er moet opgenomen worden om eenzelfde eimassa te vormen.

 

Voederconversie

Fig. 3: Voederconversie bruine en witte leghennen in verrijkte kooien (Molnár, 2017)

 

Uit figuur 3 blijkt dat de voederconversie van witte leghennen zich onder deze bevindt van de bruine leghennen (Molnár, 2017). Dit is zeker significant bij de oudere leghennen. Witte leghennen moeten dus minder voer opnemen dan bruine leghennen om eenzelfde eimassa te bekomen.

 

D. Totale ei-output

De totale ei-output tijdens de proefperiode (van 34 tot 85 weken leeftijd), was significant lager bij de bruine leghennen (290,5 ± 1,3) dan bij de witte leghennen (319,5 ± 1,3). Bruine hennen legden dus minder eieren dan witte leghennen tijdens deze proefperiode.

 

Besluit

Uit de resultaten van Molnár (2017) kan besloten worden dat witte leghennen effectief duurzamer zijn dan bruine leghennen. Witte leghennen nemen tijdens de productiefase minder voeder op dan bruine leghennen. Ze produceren lichtere eieren, maar leggen wel meer eieren waardoor ze een hogere eimassa bekomen.

 

Opgelet!

Het overschakelen van witte leghennen naar bruine leghennen zal sowieso tijd in beslag nemen en kan niet zomaar van het ene moment op het andere. De witte leghennen zitten in België momenteel bijna allemaal op verrijkte kooien. Deze eieren komen niet in de supermarkten terecht (omdat consument een duidelijke voorkeur heeft voor bruine eieren), maar gaan rechtstreeks naar de verwerking (koekjes, mayonaise,…). Op dit moment zijn er onvoldoende Belgische witte tafeleieren beschikbaar voor alle Belgische consumenten.

De omschakeling is niet zo eenvoudig omwille van de productiecyclus van de leghen. Wanneer ‘leghennen’ uit het ei komen, zijn het ‘poeljen’. De naam ‘leghen’ komt pas na het leggen van het eerste ei op een leeftijd van ongeveer 18-20 weken. Tot 18 weken leeftijd bevinden de poeljen zich in opfokbedrijven. Pas dan verhuizen zij definitief naar het leghennenbedrijf.

Wanneer leghennenhouders dus graag witte eieren zouden produceren en dus witte hennen in hun scharrelbedrijven willen, moet dit proces eigenlijk al meer dan 20 weken eerder opgestart zijn en moeten hun witte hennen al in opfokbedrijven zitten. Bovendien moeten er ook voldoende ‘ouderdieren’ zijn die witte eieren kunnen produceren waaruit witte leghennen kunnen uitkippen. Dit uitkipproces op zich duurt ook nog 21 dagen.

 

Misvatting

Het is niet altijd zo dat witte kippen witte eieren leggen en bruine kippen altijd bruine eieren. Er kunnen hierop ook uitzonderingen zijn. Meestal geeft de kleur van de oorlel weer welke kleur de eieren zullen hebben.

 

Algemene opmerking

Wanneer besloten wordt om de leghennen langer aan te houden, moet steeds gewaakt worden over de eikwaliteit van de geproduceerde eieren. Mogelijks moeten hiervoor aanpassingen gebeuren aan het voeder, of aan het management. Er is recent een nieuwe doctoraatsstudie gestart op ILVO (met het Proefbedrijf Pluimveehouderij en PeheStat als partners) met als titel “Naar een hoger rendement door het verantwoord verlengen van de legperiode”. Dit onderzoek zal trachten om de knelpunten bij een langere legcyclus weg te werken. Dit vormt een vervolg op het doctoraatsonderzoek van Anikó Molnár (2017).

Langer aanhouden van leghennen is dus zeker een hot topic!

 

Verspreiding informatie 

Dit thema kwam ook aan bod tijdens een aflevering van het Eén-programma Factcheckers. Daar werd ook gekeken naar de mogelijke milieu-impact van dit duurzaamheidsverhaal. Bekijk hier de reportage!

Nog vragen?

 

Bronnen:

  • Huisvesting van Belgische leghennen: Prestentatie Europese Commissie 24/01/2019 (https://ec.europa.eu/agriculture/eggs/presentations_nl)
  • Molnár, A. (2017). Extended production cycle in laying hens. Doctoraatsthesis, 249p.
  • Molnár, A., Maertens, L., Buyse, J., Kempen, I., Zoons, J. & Delezie, E. (2016). Changes in egg quality traits during the last phase of production: is there a potential for an extended laying cycle? British Poultry Science, 57: 842 – 847.

 

Onderstaande personen werden geconsulteerd en hebben een nuttige bijdrage geleverd bij de formulering van dit antwoord:

  • Evelyne Delezie (ILVO)
  • Ine Kempen (Proefbedrijf Pluimveehouderij)

 

Dit antwoord werd door het Pluimveeloket met de meeste zorg en nauwkeurigheid opgesteld. Er wordt evenwel geen enkele garantie gegeven omtrent de juistheid of de volledigheid van het antwoord op uw vraag. De gebruiker van dit antwoord ziet af van elke klacht tegen het Pluimveeloket, of zijn medewerkers, van welke aard ook, met betrekking tot het gebruik van het gegeven antwoord. In geen geval zal het Pluimveeloket of zijn medewerkers aansprakelijk gesteld kunnen worden voor eventuele nadelige gevolgen die voortvloeien uit het gebruik van dit antwoord.

Versie:
1
Onderwerp:
Duurzaamheid witte en bruine eieren
Datum:
04-03-2019