PLUIMVEELOKET

KUNNEN INSECTEN EEN WAARDIGE ALTERNATIEVE EIWITBRON VOOR PLUIMVEE ZIJN?

 

De zoektocht naar alternatieve (lokale) eiwitbronnen, ter vervanging van geïmporteerde soja, gaat onverminderd verder. Een mogelijk eiwitrijk alternatief zouden insecten kunnen zijn. Maar hoe zit het nu precies met de nutritionele samenstelling van deze insecten? Is deze sterk verschillend van deze van soja en zijn er bijkomende voor- en/of nadelen aan het gebruik van insecten als eiwitbron? Dat kom je te weten in dit artikel waarbij gefocust wordt op de (larven van de) meelworm en de zwarte soldatenvlieg.

In 2050 zouden we met zo’n 9 miljard mensen zijn. Verwacht wordt dan ook dat de vraag naar dierlijke producten zal toenemen en in het bijzonder de vraag naar pluimveevlees. Pluimvee heeft immers enkele grote voordelen t.o.v. andere diersoorten zoals een korte productiecyclus, de perceptie van het gezondere witte vlees en het feit dat er geen religieuze belemmeringen zijn rond de consumptie ervan.

Lokale eiwitbronnen gezocht

Pluimveevoeder bevat echter nog steeds een groot aandeel soja. Naast het feit dat de import van de overzeese soja meer en meer onder druk komt te staan wegens niet duurzaam, zal de strijd om het landgebruik nóg meer toenemen in de toekomst (productie humane versus veevoeding). Bovendien wil Europa ook meer zelfvoorzienend zijn in zijn plantaardige eiwitproductie waardoor de zoektocht naar lokale, efficiënt produceerbare, eiwitbronnen meer dan ooit een hot topic is.

Insecten als voedsel of voeder?

En zo komt men terecht bij insecten die een bron van eiwit en vetten zijn. Insecten vormen al jaren een onderdeel van de humane voeding in vele oosterse landen. De westerse wereld staat daar nog wat huiverachtig tegenover, al draait dat beeld ook stilaan bij. Consumenten hebben echter minder problemen met het inmengen van insecten in diervoeding; zeker niet bij pluimvee. Pluimvee is immers van nature uit al verlekkerd op insecten. Het scharrelgedrag van kippen is vooral een foerageergedrag op zoek naar (levende) insecten. 

Ecologisch duurzaam alternatief

Insecten hebben als bijkomend voordeel dat er op een kleine (land)oppervlakte een massa insecten gekweekt kunnen worden gezien ze in bakken in de hoogte gestapeld kunnen worden (zie artikel rond insectenkweek in dit blad). Vanuit ecologisch standpunt en met de (toenemende) landschaarste in het achterhoofd is dit een absoluut pluspunt. Bovendien zijn insecten ook in staat om minderwaardige afvalstromen (zoals nevenproducten van humane voeding die niet meer voor de mens gebruikt kunnen worden) om te zetten tot hoogwaardige eindproducten. In een ideaal scenario zou het zelfs zo zijn dat insecten opgekweekt worden op mest om op die manier de cirkel te sluiten. Dat is echter niet toegestaan volgens de huidige wetgeving. Insecten worden momenteel beschouwd als landbouwhuisdieren waardoor men ze niet zomaar eender wat mag geven als substraat om op te groeien. 

RE en RVET gehaltes van insecten

Fig.1: Ruw eiwit- en ruw vetgehaltes (%DS basis) van meelworm, zwarte soldatenvlieg (BSF), vismeel en sojaschroot. Deze insecten bevatten een vrij gelijkaardige hoeveelheid eiwit als sojaschroot, maar wel een veel hoger gehalte aan ruw vet (Bron: Gasco et al., 2018)

Constante kwaliteit

Een van de uitdagingen om insecten in te kunnen mengen in pluimveevoeder is het leveren van grote hoeveelheden van een constante kwaliteit. Dit is echter niet zo eenvoudig gezien de nutritionele samenstelling van insecten immers niet alleen varieert naargelang het productiestadium waarin de insecten zich bevinden, maar ook afhankelijk is van de voedingsbodem waarop ze gekweekt worden.

Ruw eiwitgehalte vergelijkbaar met sojaschroot

In een studie van Gasco et al. (2018) werd de nutritionele samenstelling van de larven van de meelworm (Tenebrio molitor) vergeleken met deze van de larven van de zwarte soldatenvlieg (Hermetia illucens), vismeel en sojaschroot. Zoals te zien is in fig. 1 kunnen de ruw eiwit (RE)- en de ruw vet (RV)-gehaltes tussen de insecten onderling verschillen. Zo bevatten de larven van de meelworm gemiddeld 51,5% RE (variatie van 44 tot 60%), terwijl de larven van de zwarte soldatenvlieg gemiddeld 49,1% RE (variatie van 35,5 tot 72,5%) bevatten. Deze waarden zijn gelijkaardig aan die van sojaschroot, al valt vooral de sterke variatie op binnen de insectensoorten. 

Hogere vetpercentages bij insecten

Wat het ruw vetgehalte betreft, zijn de gehaltes bij de insecten duidelijk hoger dan dat van sojaschroot (fig.1). Wanneer men de onderverdeling van deze vetzuren (VZ) bestudeert (fig.2), is te zien dat de insecten wel degelijk enkele belangrijke VZ (waaronder omega-3, maar vooral toch omega-6) bevatten. Het aandeel onverzadigde VZ in insecten ligt hoger dan bij sojaschroot. Insecten kunnen ook laurinezuur bevatten waaraan een antibacteriële, antimicrobiële en een antischimmelwerking wordt toegeschreven. Wel moet rekening gehouden worden met het hogere vetpercentage in insecten bij de inmenging in voeders (ook naar bewaring en stabiliteit toe).

Vetzuursamenstelling insecten

Fig.2: Onderverdeling van de vetzuren (VZ) (uitgedrukt als % van de VZ) van meelworm, zwarte soldatenvlieg (BSF), vismeel en sojaschroot (Bon: Gasco et al., 2018)

Essentiële aminozuren aanwezig

Voorts worden in tabel 1 de aminozuur(AZ)-gehaltes weergegeven van de insecten, vismeel en sojaschroot. Ook de AZ-samenstelling varieert naargelang de insectensoort, maar soms zijn de concentraties aan essentiële AZ hoger dan bij vismeel en gelijkaardig (of hoger) dan bij sojaschroot. Bij de meelworm valt wel het iets lagere lysinegehalte op (nl. 4,5% van het RE-gehalte) t.o.v. sojaschroot (6,1% van het RE-gehalte) en de zwarte soldatenvlieg (6,4% van het RE-gehalte). Het methionine-gehalte van beide insectensoorten is vergelijkbaar of iets hoger dan bij sojaschroot, resp. 1,5% en 1,8% t.o.v. 1,4% (telkens uitgedrukt als % van het RE-gehalte).

Aminozuursamenstelling insecten

Tabel 1: Aminozuursamenstelling (uitgedrukt als % van het ruw eiwit) van meelworm, zwarte soldatenvlieg (BSF), vismeel en sojaschroot (Bron: Gasco et al., 2018). Meelworm lijkt een iets lager lysinegehalte te hebben in vergelijking met de rest.

Micronutriënten

Naast bovenstaande elementen kunnen ook mineralen en vitamines teruggevonden worden in insecten. Het calciumgehalte in de insecten is eerder laag, behalve bij de larven van de zwarte soldatenvlieg. Deze bedroeg in de studie van Gasco et al. (2018) 75,6 g/kg drogestof (DS) t.o.v. 2,7 g/kg DS bij meelwormen of 3,9 g/kg DS bij sojaschroot. Andere micronutriënten zoals ijzer, fosfor, zink of vitamine E kunnen ook voorkomen in insecten al moet er ook bij gezegd worden dat er accumulatie kan optreden van ongewenste substanties zoals toxische metalen. In welke mate deze dan binden aan de aanwezige mineralen/vitamines (waardoor die onbenutbaar worden) moet nog verder uitgeklaard worden.

Natuurlijke antibiotica?

Insecten bevatten veel antimicrobiële peptides die actief kunnen zijn tegen zowel Grampositieve als Gramnegatieve bacteriën of tegen schimmels. Mogelijks kunnen insecten dus gebruikt worden als een soort van natuurlijke antibiotica of antischimmelmiddel, al moet hierover nog verder onderzoek gevoerd worden. 

Chitine

Insecten kunnen in hun exoskelet ook chitine bevatten. Dit is het meest voorkomende polysaccharide in de natuur. Het heeft een grote biologische en economische waarde en wordt gebruikt in o.a. cosmetica, farmaceutica, textielindustrie en waterbehandelingen. Chitine zou ook een antibacteriële, antischimmel en antivirale activiteit hebben maar te hoge gehaltes zijn echter ook nefast m.b.t. de verteerbaarheid voor pluimvee. 

Samenvattend

Insecten hebben zeker een veelbelovende samenstelling als alternatieve eiwitbron ter vervanging van sojaschoot. Mogelijks kunnen insecten ook bijkomende voordelen bieden door hun antibacteriële, antivirale of antischimmel-eigenschappen. Belangrijke voorwaarde om inmenging op grote schaal mogelijk te maken is om een constante kwaliteit in grote hoeveelheden af te kunnen leveren.  Die kwaliteit wordt beïnvloed door het productiestadium waarin de insecten zich bevinden alsook door het voedingssubstraat waarop de insecten gekweekt worden.  
 

Tekst: Karolien Langendries (PLUIMVEELOKET) - Evelyne Delezie (ILVO) - Publicatiedatum: juni 2021