PLUIMVEELOKET

ONDERSCHAT HET NUT VAN BIOVEILIGHEID NIET OP UW BEDRIJF!

 

Een goede bioveiligheid is cruciaal op een pluimveebedrijf. Afgelopen zomer werd na de eerste uitbraken van Newcastle Disease opgeroepen tot het aanscherpen en strikt naleven van de bioveiligheidsmaatregelen op de pluimveebedrijven. Nu de herfst en winter eraan komen, stijgt de kans op een nieuwe golf van vogelgriepbesmettingen. Daarom is het niet slecht om nu al eens te controleren of de bioveiligheid op uw bedrijf in orde is.

Wat is bioveiligheid?

Bioveiligheid wordt gedefinieerd als het geheel van maatregelen die als doel hebben om de ziekte-insleep en verspreiding op het pluimveebedrijf te voorkomen. Het principe “voorkomen is beter dan genezen” staat hierbij centraal. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen externe en interne bioveiligheid. De externe bioveiligheidsmaatregelen moeten ervoor zorgen dat er geen ziekte-insleep van buitenaf op het bedrijf binnenkomt, terwijl de interne bioveiligheidsmaatregelen de ziekteverspreiding binnen het bedrijf zelf moet voorkomen.

Externe bioveiligheid

Bij de externe bioveiligheid moet gedacht worden aan mogelijke contactpunten met de buitenwereld. Hiertoe behoren onder andere de aankoop van dieren, de bezoekers, het transport, maar ook de ligging van het bedrijf. We overlopen kort de maatregelen die u best neemt bij al deze contactpunten.

1. Aankoop dieren

Wanneer er nieuwe dieren op het pluimveebedrijf geleverd worden, is het belangrijk om het aantal oorsprongsbedrijven zo beperkt mogelijk te houden. De gezondheidsstatus van de dieren kan immers verschillen van bedrijf tot bedrijf en indien er veel leveranciers zijn, kunnen meerdere soorten ziekteverwekkers binnengebracht worden. Het is ook belangrijk om de gezondheidsstatus van het toeleveringsbedrijf te checken. Deze zou minstens dezelfde moeten zijn dan deze die op uw bedrijf heerst. Ideaal is om het all-in/all-out-principe te hanteren om de ziekte-insleep in de stal tot een minimum te beperken. Voertuigen die levende dieren vervoeren, moeten ook steeds gereinigd en ontsmet worden.

2. Bezoekers

Het aantal bezoekers op het bedrijf moet steeds herleid worden tot het strikt noodzakelijke. Vermijd ongewenste bezoekers door de stal op slot te doen! Het is aangewezen om propere en stalspecifieke bedrijfskledij en laarzen te voorzien, ook voor de bezoekers. Een hygiënesluis, al dan niet met (doorloop)douche biedt sterke voordelen voor de bioveiligheid op het bedrijf. Vooraleer de stal te betreden, is het beter om door een ontsmettingsvoetbad te stappen. Daarbij is het vooral van belang om het bad proper te houden en ervoor te zorgen dat de ontsmettingsconcentratie voldoende hoog blijft, anders werkt het bad averechts en wordt het een broeihaard van bacteriën. Een goede handhygiëne is ook onontbeerlijk. Laat bezoekers hun handen wassen, drogen en ontsmetten vooraleer ze de stal binnen gaan. En niet onbelangrijk: doe dit zelf ook!

 

Bioveiligheidsmaatregelen

Neem voor elke stal een andere kleur voor het materiaal. Betreed elke stal altijd met staleigen, propere (ontsmette) laarzen!

 

3. Vervoer op het bedrijf

Vrachtwagens die frequent ook andere (pluimvee)bedrijven aandoen, zorgen voor een verhoogd risico op ziekte-insleep op uw bedrijf. Het is daarom goed om op uw bedrijf een ‘propere en vuile’ weg in te richten. De propere weg wordt enkel intern gebruikt; vrachtwagens die op meerdere pluimveebedrijven langskomen gebruiken de vuile weg. Het uitladen geeft een extra kans op ziekte-insleep door de aanwezigheid van de vangploeg en hun materiaal. Wat bioveiligheid betreft, is het beter om een volledige stal in één keer leeg te halen. Laad- en losplaatsen moeten verhard zijn zodat deze grondig kunnen gereinigd en ontsmet worden.

4. Ligging van het bedrijf

Tot slot speelt ook de ligging van het bedrijf een rol bij de insleep van ziektes. Verschillende infecties, zoals bvb Mycoplasma, worden immers via de lucht overgedragen waardoor een pluimveebedrijf in de dichte nabijheid een verhoogd risico geeft. Ook de aanwezigheid van water of vijvers in de buurt kunnen veel wilde vogels aantrekken en dienen dus in rekening gebracht te worden.

Interne bioveiligheid

De meeste maatregelen voor de interne bioveiligheid kunnen teruggebracht worden tot een goede bedrijfsvoering. Er wordt hierbij gedacht aan een all-in/all-out-management en een goede reiniging en ontsmetting van zowel stal als materiaal. Het in acht nemen van een voldoende lange leegstand, een goed ziektemanagement en voldoende hygiënemaatregelen dragen bij tot een hoger bioveiligheidsniveau op het bedrijf.

1. Stal per stal

Het is belangrijk om dieren van verschillende leeftijden niet met elkaar te vermengen. Oudere dieren zijn meer of minder gevoelig voor bepaalde ziekteverwekkers dan jongere. Het beste wordt dus het all-in/all-out-principe gehanteerd. Ook het gebruik van stalmateriaal in verschillende stallen wordt afgeraden omwille van een mogelijke overdracht tussen de stallen. Werken met een kleurcode per stal kan handig zijn om het materiaal steeds op de juiste plaats te houden. Uiteraard is het een must om laarzen te voorzien per stal!

2. Ongedierte en huisdieren

Huisdieren zouden te allen tijde moeten vermeden worden in de stal. Honden en katten verhogen de kans op verspreiding van infecties binnen het bedrijf. Ook de hygiënesluis zou verboden ruimte moeten zijn voor deze viervoeters. Ongedierte en insecten zijn dan weer wat moeilijker te bestrijden. Je kan dit op mechanische, fysische, chemische of biologische wijze doen. Maar check altijd eerst of het product dat u wil gebruiken op de lijst van toegelaten producten staat!

3. Reiniging en ontsmetting

Een grondige reiniging en ontsmetting, gevolgd door een voldoende lange leegstandsperiode, is cruciaal om geen ziektekiemen over te dragen naar een volgende ronde. Eerst moet de stal grondig droog gereinigd worden om zo al het organisch materiaal uit de stal te verwijderen. Daarna volgt de natte reiniging onder hoge druk. Een combinatie met een inweekfase zorgt voor een hogere graad van efficiëntie. Een herhaling van voorgaande stappen kan nodig zijn. Nadien wordt de stal ontsmet met een geschikt ontsmettingsmiddel. Via een hygiënogram kan je te weten komen of de reinigingsprocedure voldoende accuraat werd uitgevoerd. Belangrijk is om een voldoende lange leegstandsperiode te voorzien tussen de rondes.

4. Ziektemanagement

Vaccinatie is uiteraard ook een zeer efficiënte bioveiligheidsmaatregel om ziektes tegen te gaan in de stal. De manier waarop dit uitgevoerd wordt, is van zéér groot belang (o.a. juiste concentratie, toedieningsweg). Zoals algemeen geweten moet het gebruik van antibacteriële middelen op doordachte en minimale wijze worden ingezet. Kadavers moeten zo snel mogelijk verwijderd worden uit de stal en worden liefst zo ver mogelijk van de stal bewaard in een gekoelde opslagruimte tot ze opgehaald kunnen worden door een vernietigingsbedrijf.

Soms te nonchalant

Een volledig overzicht van de te nemen bioveiligheidsmaatregelen op een pluimveebedrijf, gecombineerd met een risico-gebaseerd scoresysteem, is terug te vinden op www.biocheck.ugent.be. Zoals uit dit artikel blijkt, zijn bioveiligheidsmaatregelen op zich niet zo ingewikkeld. Maar soms worden bepaalde maatregelen periodisch wat minder of zelfs niet nageleefd (bvb. bij alarm snel even in de stal lopen zonder laarzenwissel). Het gevaar op insleep van ziektes kan soms in een klein hoekje schuilen. Het is daarom zeer belangrijk om deze maatregelen strikt na te leven en er echt een gewoonte van te maken om het steeds correct te doen!

Tekst: Karolien Langendries (Pluimveeloket) (2018)